Woningbouw met oog voor de natuur
De gemeente Nijmegen wil dat natuur altijd meegenomen wordt in de bouwplannen voor de nieuwe woonwijken in de Waalsprong. Daardoor kunnen beschermde diersoorten in het gebied overleven en en misschien zelfs uitbreiden. Ook krijgen de nieuwe woningen ingebouwde nestruimten voor vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. Dit alles zorgt voor een verbetering van de natuurlijke rijkdom in het gebied, wat ook bijdraagt aan de leefbaarheid en natuurbeleving. De gemeente betrekt natuurorganisaties en bewoners bij de uitvoering.
Beschermde diersoorten
Dat natuur wordt meegenomen in bouwplannen is vastgelegd in het Soortenmanagementplan van Nijmegen (SMP-N). Hierin staat dat ze streven naar het in stand houden van in de Waalsprong voorkomende beschermde diersoorten. In het SMP-N zijn dat: steenuil, ransuil, kerkuil, buizerd, roek, rugstreeppad, grote modderkruiper en poelkikker. Met tellingen gaat de gemeente de ontwikkeling van de diersoorten bijhouden.
Landschappelijke zone
De gemeente richt de verschillende groengebieden rondom de woonwijken zo in dat de beschermde diersoorten zich er thuis voelen. Ook niet beschermde soorten hebben hier baat bij. De inrichting van deze groengebieden gebeurt met onder andere boomgaarden en knotwilgen, zoals dat ook te zien was in het oorspronkelijke landschap, voor de komst van de kassen rond 1960. Deze zone zorgt voor een ecologische verbinding met omringende groene gebieden.
Natuurinclusief bouwen
Wereldwijd en ook in Nederland staat de diversiteit van de natuur onder druk. Onder andere door uitbreiding van de steden, wat ten koste gaat van het groen. Ook is er in nieuwbouw vaak weinig schuilplek voor dieren. Het is toch goed mogelijk om nieuwe stadsdelen zó te bouwen dat flora en fauna (planten en dieren) er een plek krijgen. Het is vooral een kwestie van de natuur meenemen in de plannen: ‘natuurinclusief bouwen’.
Alle nieuwe woonbuurten in de Waalsprong krijgen vanaf 2020 voor elke woning met een tuin gemiddeld 3 voorzieningen voor gierzwaluwen en 3 voor huismussen. Per 8 woningen komt een voorziening voor vleermuizen. Ook hoogbouw krijgt voorzieningen. De precieze aantallen hangen af wat van er op die plek mogelijk is. Vaak kunnen loze ruimten van gebouwen gebruikt worden voor nestvoorzieningen, zoals onder de dakgoot en ingemetseld in de spouw.